De aanpak van criminaliteit tegen het bedrijfsleven staat onder druk door de tekorten bij politie en justitie. Bloed en spoed gaan daardoor vóór. Hierdoor worden onder andere winkeldiefstal, (online) fraude en rondtrekkende bendes vaak niet aangepakt. Ondernemers willen daarom graag zelf preventief kunnen acteren door elkaar te waarschuwen dan wel een waarschuwing van de overheid te krijgen. De privacyregels zitten daar echter in de weg. Volgens beleidssecretaris Karijn van Doorne van VNO-NCW en MKB-Nederland kan het niet zo zijn dat de privacy van criminelen zwaarder weegt dan de veiligheid van ondernemers. Het nieuwe kabinet moet daar straks meer ruimte voor bieden, zodat we boeven veel eerder de voet dwars kunnen zetten.
Ondernemers kunnen en willen zelf meer doen tegen toenemende fraude, ondermijning en andere vormen van criminaliteit, die hen miljarden per jaar kosten en een enorme impact hebben. Alleen al fraude kost ondernemers op jaarbasis een slordige 4 miljard euro. En daarvoor betalen we uiteindelijk allemaal de rekening. Je betaalt als klant een paar euro meer voor je spijkerbroek omdat er zoveel aan- en verkoopfraude plaatsvindt. Criminelen maken misbruik van een account van een ander en bestellen allerlei producten die wel worden geleverd, maar nooit worden afgerekend.
Hoe zouden ondernemers dan preventief te werk kunnen gaan? De ondernemer die al een keer slachtoffer is geweest van fraude, weet welk frauduleus afleveradres er is gebruikt, welk kenteken en welk rekeningnummer. Ook de overheid heeft veel van dit soort gegevens uit eigen onderzoek. Door dit soort informatie te kunnen delen, voorkomen we dat criminelen steeds weer dezelfde truc uithalen.
De Nederlandse privacywetgeving maakt het op dit moment echter onmogelijk om onderling, tussen verschillende sectoren, informatie uit te wisselen en elkaar voor criminaliteit te behoeden. Een bedrijf mag gegevens over bijvoorbeeld daders en modus operandi wel voor zichzelf verwerken, maar niet delen met de ‘buurman’. Terwijl professioneel georganiseerde bendes van criminelen zich natuurlijk niet beperken tot één sector.
Aangifte van dit soort zaken doen bij de politie heeft vaak weinig zin: de capaciteitsproblemen zijn daar groot waardoor dit geen prioriteit krijgt. Terwijl we allemaal weten wat voor ontwrichtende schade dit soort criminaliteit in de samenleving veroorzaakt. Financiële middelen die door fraude worden verkregen, zijn een bron waarmee ondermijning en zware criminaliteit in stand worden gehouden.
Boeven kunnen zo dus redelijk ongestoord weer opnieuw toeslaan met een hoop schade en ellende tot gevolg. Het leidt niet alleen tot veel frustratie bij ondernemers, het zorgt ook voor een afnemend vertrouwen. Daarbij wordt het toch al overbelaste justitieapparaat zo weer belast met een nieuwe zaak die mogelijk voorkomen had kunnen worden.
MKB-Nederland heeft twee jaar geleden, samen met de vereniging VODIOM, een vergunningsaanvraag ingediend bij deAutoriteit Persoonsgegevens (AP) om cross-sectoraal informatie over criminelen te kunnen uitwisselen. De AP wees die toen af, omdat ‘fraudebestrijding in Nederland primair een taak van de overheid is’ en het aan de wetgever is om in de strijd tegen criminaliteit dit soort gegevensuitwisseling mogelijk te maken.
In sommige gevallen is informatiedeling overigens wel mogelijk. Dat is dan op basis van een (wetenschappelijke) pilot, een convenant of een vergunning. Hierdoor is een lappendeken ontstaan waardoor voor vele spelers onduidelijk is wat nu wel of niet kan/mag. Dit alles leidt ertoe dat iedereen in een kramp schiet en er weinig tot niets gebeurt.
Natuurlijk is privacy een groot goed en snappen we dat het delen van namen en andere persoonsgegevens maatschappelijke discussie oplevert. Maar om criminaliteit goed te kunnen bestrijden, ook preventief, moet het maatschappelijk belang om criminaliteit te voorkomen zwaarder wegen dan de privacy van criminelen.
De politiek is aan zet. We moeten dit, straks met een nieuwe Tweede Kamer en een nieuw kabinet, voor eens en altijd goed regelen. Creëer een wettelijke basis om (strafrechtelijke)persoonsgegevens te kunnen delen tussen overheidsdiensten onderling, tussen overheid en bedrijfsleven én tussen bedrijven uit diverse sectoren. Dat maakt meteen ook een einde aan de ontstane lappendeken en de overbelasting van de AP door de vele vergunningsaanvragen. Natuurlijk pleiten we er niet voor om alle gegevens over criminelen zomaar en ongebreideld te kunnen delen. De wettelijke basis moet voorzien in heldere spelregels en de nodige privacywaarborgen.
Karlijn van Doorne
Beleidssecretaris criminaliteit bij VNO-NCW en MKB-Nederland