Een circulaire economie is belangrijk om de klimaatdoelstellingen te halen, ook in de bouwsector. Daarbij is het van belang om zo de grondstoffenvoorziening in de (nabije) toekomst veilig te stellen.
Bouwend Nederland, de branchevereniging voor bouw- en infrabedrijven, onderschrijft de kabinetsdoelen voor een volledig circulaire bouweconomie in 2050, waarbij we in 2030 halverwege zijn. Er is al veel mogelijk, maar om de doelen te halen is een focus op concrete acties om meer circulaire oplossingen in de praktijk te realiseren vereist. (Inter)nationale ketenpartners werken hierin ieder vanuit hun eigen essentiële rol samen in deze transitie.
Hieronder vallen slopers, toeleverende industrie, bouwgroothandel, vastgoedbeleggers, architecten, (publieke) opdrachtgevers en bouwbedrijven. Maar om de echte versnelling te realiseren is handelingsperspectief nodig en de juiste randvoorwaarden voor alle partijen in de bouw die daadwerkelijk aan de slag moeten. Welke belangrijke voorwaarden zijn nog nodig voor versnelling?
Uniforme landelijke uitgangspunten
Veel initiatieven kijken naar losmaakbaarheid, biobased materialen, het opzetten van materialenmarktplaatsen of de milieubelasting van materialen. Vaak met een andere aanpak of opvatting. Dit leidt tot ongewenste versnippering en vraagt om duidelijkheid en regie van het Rijk richting marktpartijen en decentrale overheden.
Om deze reden is het belangrijk dat onder landelijke regie uitwerking wordt gegeven aan uniforme uitgangspunten voor prestatie-eisen, meetmethodieken en centrale ambities op het gebied van circulair bouwen. Hier behoren ook specificaties voor het digitaal vastleggen van materiaaldata toe. Uniforme landelijke uitgangspunten zijn cruciaal voor opschaling en industrialisatie in de bouw. Ook duidelijkheid naar alle decentrale overheden, monitoring of het beleid tot resultaat leidt is noodzakelijk voor een goede aansluiting van vraag en aanbod van secundaire materialen.
Structureler circulair, duurzaam aanbesteden
Alleen als duurzaamheid in aanbestedingen serieus wordt meegenomen, dan blijven de doelen ten aanzien van circulair bouwen in zicht. Het is belangrijk marktpartijen uit te dagen (nog) verder te innoveren, zodat bedrijven zich kunnen onderscheiden met circulaire oplossingen. De meest recente cijfers tonen dat momenteel landelijk in 62,8 procent van alle openbare aanbestedingen duurzaamheid geen enkele rol speelt in de gunning. De nationale en decentrale overheden kunnen een belangrijke rol vervullen bij het versnellen van de transitie door meer en zwaarder in te zetten op duurzaamheid.
Inzicht in vraag en aanbod van hergebruikte bouwmaterialen
Als je bouwmaterialen wilt hergebruiken, dan moet vraag en aanbod inzichtelijk zijn. Kopers willen immers weten waar ze bijvoorbeeld gebruikte constructiebalken, ramen en kozijnen kunnen vinden, maar ook wat de kwaliteit is en in welke hoeveelheden het te verkrijgen is. Aanbieders willen weten welke bouwmaterialen je kunt hergebruiken, waar je ze kunt aanbieden en in welke conditie.
Momenteel moet een bouwer vaak op verschillende plekken gaan zoeken naar het herbruikbaar bouwmateriaal met vergelijkbare kwaliteiten. Opschaling is alleen goed mogelijk mits dit in een centraal digitaal systeem beschikbaar is. Er ontbreekt een nationaal afsprakenstelsel voor datadelen van secundaire bouwmaterialen. In de transitie naar circulair ligt dus ook een belangrijk digitaliseringsvraagstuk.
Circulair bouwen structureel verankeren in de bouwpraktijk
Er gebeurt al veel, maar circulair bouwen is nog geen ‘business as usual’. Dit is deels te wijden aan de bovenstaande punten, maar circulair bouwen moet ook bij alle ketenpartners meer prioriteit krijgen. De uitvoerende bouw is zelf volop bezig om circulair bouwen vaker in de dagelijkse praktijk terug te laten komen. Ondersteund door het Ministerie van Binnenlandse Zaken startten Bouwend Nederland, NEPROM, Aedes, WoningbouwersNL en IVBN begin dit jaar een kennisprogramma aan de hand van concrete projecten. Onder de naam Lenteakkoord 2.0 gaat er met voorbeelden uit de praktijk gewerkt worden aan circulair industrieel bouwen.
Niet alleen koplopers nodig
Er moet nog veel gebeuren om de doelen van 2030 en 2050 te halen. Om deze te halen zijn niet alleen de koplopers in de bouwketen nodig, maar het volledige peloton. Bij opdrachtgevers, opdrachtnemers, toeleveranciers, wetenschap en onderwijs en de overheid. Laten we in de actiestand blijven, veel leren en vooral gebruikmaken van de informatie die er al is.
Meer informatie
– Het Handvat Duurzaam Materiaalgebruik van Bouwend Nederland geeft inzicht in actuele ontwikkelingen van duurzaam materiaalgebruik, ontwikkelingen in wet- en regelgeving en mooie praktijkvoorbeelden.
– Bouwend Nederland is samen met anderen, initiatiefnemer van digiGO. Door digitaal op te trekken, wordt voorkomen dat iedereen zelf bilaterale afspraken moet maken over toegang en gebruik van data. Betrokken partijen dragen bestaande digitaliseringsinitiatieven aan, die onder de paraplu van digiGO gebruikt worden. Met deze aanpak wordt de Gebouwde Omgeving versneld gedigitaliseerd. Als de hele keten meedoet worden patronen herkend, kan er verder gestandaardiseerd worden en wordt het uitwisselen van data sneller en makkelijker. Dit zorgt voor een digitaal fundament waarop doorgebouwd kan worden. De inzet van Bouwend Nederland is dat digiGO, als onafhankelijk platform, vanuit het Rijk opdracht krijgt om tot een nationaal afsprakenstelsel te komen voor datadelen van secundaire bouwmaterialen.
– Deelnemers aan het Lenteakkoord 2.0 starten voor 1 januari 2024 met de bouw van minimaal één woningbouwproject dat circulair is en goed opschaalbaar. Deelnemers delen waar ze in projecten tegenaan lopen en zoeken naar concrete oplossingen. Verzamelde kennis en informatie wordt sectorbreed gedeeld.